Woonoverlast

Het CCV helpt

Het CCV kan u adviseren over uw aanpak woonoverlast. Zoals vragen over beleidsplannen, samenwerking tussen partners en het delen van goede voorbeelden.

Voor individuele casussen kunt u de tool Beoordeel uw casus op deze website gebruiken en informatie inwinnen bij uw eigen juridische afdeling.

Bel of mail met Katja Steverink CCV-adviseur Aanpak woonoverlast of Frannie Herder CCV-adviseur Buurtbemiddeling.

Selectieve woningtoewijzing (Wbmgp)

Gemeenten kunnen per 1 januari 2017 notoir overlastgevende en criminele woningzoekers weren uit een wijk, straat of complex waar sprake is van grootstedelijke problematiek en ernstige leefbaarheidsproblemen. Het is een instrument dat als laatste redmiddel ingezet kan worden, als alle andere maatregelen al ingezet zijn en onvoldoende effectief zijn.

Rotterdamwet

De Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Rotterdamwet) gaf gemeenten al de mogelijkheid om in aangewezen gebieden geen huurwoningen toe te wijzen aan mensen zonder inkomen uit arbeid. Ook konden gemeenten ervoor kiezen specifieke groepen voorrang te geven. Dit is uitgebreid met de mogelijkheid om woningzoekenden met een crimineel verleden of notoire overlastveroorzakers te weren.

Laatste redmiddel

De gemeenteraad kan, wanneer er sprake is van grootstedelijke problematiek en grote leefbaarheidsproblematiek in gebieden, aan de minister van BZK vragen om in een gebied selectieve woningtoewijzing toe te mogen passen. Daarbij moet de geschiktheid van het instrument worden onderbouwd en ook worden aangegeven wat voor maatregelen reeds worden ingezet en waarom die niet voldoende effectief zijn. Het is dus een soort laatste redmiddel.

Gedragsaanwijzing

De wet kan ook worden ingezet om potentiële huurders te weren van wie bekend is dat ze in het verleden mensen hebben gerekruteerd voor extremistische organisaties. Gemeenten kunnen woningen selectief toewijzen aan woningzoekenden door inzage in politiegegevens of door van woningzoekenden een verklaring omtrent gedrag (VOG) te vragen, voordat een huisvestingsvergunning wordt verleend.

Tevens is er de mogelijkheid om een huisvestingsvergunning te verstrekken met voorschriften in de vorm van een gedragsaanwijzing die in relatie staan tot de feiten die uit de politiegegevens naar voren zijn gekomen.

Jurisprudentie

Over de toepassing van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek zijn de nodige juridische uitspraken. Sommige gaan over de weigering om een huisvestingsvergunning te verlenen aan een bewoner:

In andere gevallen gaat het over een opgelegde bestuurlijke boete aan mensen die zonder een vergunning een huurwoning betrekken of een woning verhuren aan mensen die geen huisvestingsvergunning hebben:

Evaluaties Wbmgp

Op basis van art. 10 Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp, ook wel bekend als de Rotterdamwet) kan screening op overlastgevende en criminele gedragingen van huurders plaatsvinden. Als huurders niet door deze screening komen, krijgen zij geen huisvestingsvergunning of worden voorwaarden aan de huisvestingsvergunning gesteld.

Deze voorwaarden lijken ook wel op een gedragsaanwijzing: zo wordt er bijvoorbeeld in de vergunning vereist dat de bewoner geen woonoverlast veroorzaakt in de nabije omgeving of vanuit de woning.

Evaluatie 2015
In 2015 verscheen een evaluatie van de Wbmgp, waarbij de overlastscreening geen rol speelde. Deze overlastscreening is pas sinds 2017 mogelijk. De evaluatie van 2015 was tamelijk negatief over de effecten van de wet.

Downloads

Evaluatie 2021
In 2021 is een nieuwe evaluatie van de Wbmgp. Deze evaluatie bestond uit negen lokale gemeentelijke evaluaties, interviews afgenomen met professionals en een onderzoek van de screeningsautoriteit Justis.

De evaluatie laat zien dat 7 van de 10 gemeenten die de bevoegdheden uit de Wbmgp gebruiken, screenen op overlastgevende en criminele gedragingen. Zij maken bij de screening gebruik van politiegegevens, en niet van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG). Zo worden namelijk meer gedragingen in de screening meegenomen.

Preventief effect
In totaal zijn in deze 10 gemeenten bijna 28.000 huurwoningen aangewezen waar de overlastscreening geldt. Het gaat dan om corporatiewoningen, maar ook huurwoningen in de particuliere huursector. In totaal zijn er bijna 10.000 huisvestingsvergunningen aangevraagd, maar slechts 61 vergunningen op basis van de overlastscreening geweigerd.

De gemeenten denken dat de Wbmgp een preventief effect heeft. De woningzoekende die denkt niet door de screening te komen, vraagt ook geen vergunning aan. Het is onduidelijk waar deze woningzoekenden dan wel huisvesting vinden. Gemeenten zien geen waterbedeffect, al geven sommige professionals wel aan dat de buurten waar de wet niet van kracht is achteruit lijken te gaan.

Op basis van kwantitatieve gegevens kan de evaluatie geen antwoord geven op de vraag welke effecten de Wbmgp heeft. De monitoring van de effecten op gemeenteniveau is steeds anders, en niet altijd van voldoende niveau. Volgens de onderzoekers komt de vraag of de overlastscreening effectief is bovendien wat te vroeg, omdat gemeenten pas in de tweede helft van 2017 zijn begonnen met screenen.

'Dweilen met de kraan dicht'
Uit interviews met ambtenaren en professionals blijkt wel dat zij positief zijn over de effecten van de overlastscreening. Sommigen noemen de screening ‘dweilen met de kraan dicht’. Interviews met bewoners in de wijken waar de wet van toepassing is, laten zien dat daar draagvlak voor de screening bestaat. Sommige gemeenten gebruiken de Wbmgp ook om problematiek met huisjesmelkers aan te pakken: door de vergunning ontstaat zicht op wie in de woning verblijft.

Op het gebied van handhaving volstaat in veel gevallen een waarschuwing of zienswijzebrief. Soms wordt ook een last onder dwangsom ingezet. Sommige gemeenten maken gebruik van bestuurlijke boetes. Nog geen enkele gemeente is overgegaan op een huisuitzetting op basis van de Wbmgp.

Succesfactoren
Succesfactoren voor de toepassing zijn het vroegtijdig betrekken van samenwerkingspartners en het creëren van draagvlak bij die partners. Ook is voldoende aandacht en capaciteit voor handhaving noodzakelijk.

Gemeenten geven onder meer aan graag langer terug te willen kijken in de screening (mag nu vier jaren terug) en op meer gedragingen (bv ook bedreiging en intimidatie van professionals). Ook zouden zij graag in andere bronnen willen kijken, zoals gegevens van andere gemeenten of woningcorporaties. De onderzoekers geven in overweging om de periode van gebiedsaanwijzing langer te laten duren (naar zes of acht jaren).

Downloads

Politiek debat over de Wbmgp

In oktober 2021 is de evaluatie van de Rotterdamwet in de Tweede Kamer besproken.

Kritiek
Partijen uitten kritiek op de wet en de kwaliteit van de evaluatie, en er zijn diverse moties ingediend. De meerderheid van de moties zijn door de Tweede Kamer verworpen, waaronder een motie die oproept om de Rotterdamwet helemaal af te schaffen.

Motie
Er is één motie wel aangenomen: in deze motie overweegt de Tweede Kamer dat het cijfermatig inzicht over de werking van de wet verbeterd kan worden. De Tweede Kamer verzoekt de regering om de aanbevelingen in de evaluatie om dit inzicht te verbeteren verder uit te werken en de Kamer nog voor de zomer van 2022 te informeren.
Zie hier voor meer debat over de werking van de wet:

Cookiemelding

akkoordDeze website maakt gebruik van cookies.
Klik hier voor meer informatie.