Organisatie
Voor de aanpak van woonoverlast is een goede afstemming tussen alle betrokken partijen onontbeerlijk.
Dat begint bij het neerzetten van een goede organisatie. Onderstaand stappenplan beschrijft de
belangrijkste elementen voor het inrichten van een effectieve organisatie.
Het doel van dit stappenplan is om de organisatie zo neer te zetten dat aanpak van woonoverlast
efficiënter en dus slagvaardiger wordt.
Aanpak
Evaluatie
Communicatie
Samenwerking
Registratie
WAT MOET U ORGANISEREN?
> Behandeling klacht
> Check of de klacht gegrond is
> Melden bij beklaagde
> Melden bij eigenaar
> Onrechtmatige overlast of niet?
> Casusoverleg
> Keuze interventie(s)
> Aanpak complexe gevallen
> Omgang met acute klacht
De aanpak van een klacht over woonoverlast start met een quickscan van de situatie.
Daarna volgt eventueel nader onderzoek naar de aard van de overlast. Denk aan
buurtonderzoek door de wijkagent met de woonconsulent, politieobservatie, of huisbezoek
door een handhaver of handhavingsteam.
Streef naar de-escalatie: ga na of de klager de beklaagde al heeft aangesproken. Zo niet,
adviseer de melder dat alsnog te doen. Als de klager het lastig vindt om de beklaagde
aan te spreken kan er iemand meegaan, bijvoorbeeld een buurtbemiddelaar,
corporatiemedewerker, bestuurslid van een VvE of een medewerker van de gemeente.
ACTIVITEITEN & RESULTAAT
- Betrokkenen worden op de hoogte gebracht van het onderzoek
- Onderzoek wijst uit of een klacht gegrond is of niet
- Op basis van het onderzoek wordt een geschikte interventie ingezet
- Er zijn duidelijk werkafspraken over hoe om te gaan met complexe gevallen
en acute klachten
Behandeling van een klacht
Direct bij binnenkomst van de melding moet duidelijk zijn welke partij het voortouw neemt bij de afhandeling. Die partij opent ook vanaf het begin het dossier en zorgt dat dat compleet blijft. Na analyse van de klacht wordt de verantwoordelijkheid van de afhandeling eventueel overgedragen aan een andere partij.
In alle gevallen, op welk moment de afhandeling ook stopt, geldt: besteed aandacht aan nazorg. Stel de klager en beklaagde op de hoogte van de gezette stappen (en eventuele vervolgacties). Controleer na een tijdje ook of de relatie tussen klager en beklaagde weer is hersteld.
Als de bewoners er onderling uitkomen, voeg dan een verslag van de afhandeling in het dossier. Controleer wel of de verhoudingen inderdaad zijn hersteld.
Check of de klacht gegrond is
Onderzoek of de klacht overduidelijk gegrond is. De klager kan zich bijvoorbeeld snel ergeren of een slechte verstandhouding hebben met de beklaagde.
Een medewerker van het meldpunt of een andere functionaris neemt daarom poolshoogte om een eerste indruk te krijgen. Een informeel gesprek met de beklaagde kan een onderdeel van de quickscan (of: vooronderzoek) zijn. In geval van bijvoorbeeld rommel in de tuin kan de medewerker meteen beoordelen in hoeverre de klager een punt heeft.
Is de klacht overduidelijk ongegrond, meld dat aan de klager. Voer bij twijfel of de klacht ongegrond is altijd nader onderzoek uit.
Melden bij beklaagde
Meld bij een mogelijk gegronde klacht de beklaagde dat er een klacht is en dat die nader wordt onderzocht. Meld dit in een officiële brief, maar lever deze bij voorkeur wel persoonlijk af. Het afleveren van de brief is een goede aanleiding om te kijken of de overlast met een goed gesprek kan worden beëindigd.
Alleen een brief sturen heeft vaak weinig effect: het komt regelmatig voor dat de bewoner de brief niet begrijpt of terzijde legt. De combinatie van langsgaan voor een gesprek en een brief overhandigen blijkt in de praktijk vaak veel effect te hebben. Een andere mogelijkheid is de beklaagde uit te nodigen voor dit gesprek, bijvoorbeeld op het gemeentehuis.
Melden bij (appartements)eigenaar
Als de beklaagde een huurder is, meld dan aan verhuurder (corporatie of particuliere verhuurder) dat er een klacht is die nader wordt onderzocht en mogelijk consequenties heeft voor hem als eigenaar. Houd de eigenaar op de hoogte van alle stappen en voorzie hem van contactgegevens van behandelaar van de klacht. Is de eigenaar onvindbaar, neem de melding in ieder geval op in het dossier, met de aantekening dat de eigenaar onvindbaar is.
Zijn er meerdere eigenaren, meld de klacht dan aan álle eigenaren van de betreffende woning en aan het bestuur van de VvE. (De VvE hoort vindbaar te zijn via de Kamer van Koophandel).
Onrechtmatige overlast of niet?
Overlast kan onrechtmatig of niet onrechtmatig zijn. Kies op basis van de aard (onrechtmatig of niet) en bijvoorbeeld de ernst van de overlast de juiste maatregelen: moeten die juridisch zijn of juist niet, of moet er een mengvorm worden gekozen?
Zet geen juridische middelen in als de overlast niet onrechtmatig is. De bewoners horen de problemen zelf op te lossen. Lukt hen dat niet, zorg dan voor ondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van bemiddeling. Schakel hulpverlening in wanneer zorg kan bijdragen aan een oplossing. Stel in ieder geval altijd zowel de klager als de beklaagde op de hoogte van de manier waarop de klacht wordt afgehandeld.
Overlast of hinder is onrechtmatig als iemand:
- Inbreuk maakt op een recht. Bijvoorbeeld een raam ingooien of iemand mishandelen;
- Iets doet of nalaat dat in strijd is met een wettelijke plicht. Bijvoorbeeld de tuin laten vervuilen of bij een gebouw de eisen van het Bouwbesluit niet nakomen;
- Iets doet of nalaat dat in strijd is met het ongeschreven recht (de maatschappelijke zorgvuldigheid). Bijvoorbeeld rumoer, stank, rook of gassen verspreiden of iemand licht en lucht onthouden. Dit gedrag is niet precies bij wet verboden, maar wordt over het algemeen wel gezien als maatschappelijk ongewenst.
Ook onrechtmatige overlast wordt bij voorkeur opgelost door de bewoners zelf, of met niet-juridische middelen zoals buurtbemiddeling. Als dat niet mogelijk is, moeten instanties handhavend optreden. De handhavingsmaatregelen moeten kloppen met de zwaarte van het geval: bij veel gevallen van overlast volstaat bijvoorbeeld vaak een waarschuwingsbrief.
Casusoverleg
Lastige casussen kunnen worden doorgenomen tijdens een casusoverleg, waarbij de betrokken partijen met elkaar om tafel zitten. Maak goede afspraken over de criteria waardoor personen in aanmerking komen om besproken te worden tijdens dit overleg. Het doel van het overleg is per casus tot een gezamenlijk aanpak te komen dat bijdraagt aan het tegengaan van de woonoverlast. Daarnaast wordt er bepaald welke interventies ingezet moeten worden (interventieplan).
De volgende methode kan gehanteerd worden bij een casusoverleg :
- Verzamelen van de informatie bij een casus (van één persoon, familie, of van een groep).
- Probleemanalyse met de relevante partners uitvoeren.
- Interventieplan opstellen, waarbij het vastleggen van het beoogde resultaat een onderdeel is.
- Uitvoeren van het interventieplan, monitoren voortgang en onderlinge terugkoppeling.
- Evalueren en indien nodig bijstellen interventieplan.
- Afsluiten casus.
Welke interventie(s)?
Onrechtmatige overlast biedt grofweg drie keuzes voor in te zetten middelen:
- De overlast is onrechtmatig, maar is het best aan te pakken met niet-juridische middelen;
- De overlast is onrechtmatig én eenduidig, dus aan te pakken met één juridisch middel;
- De overlast is onrechtmatig en complex, dus aan te pakken vanuit verschillende invalshoeken en met verschillende juridische middelen.
Welk juridisch middel wordt ingezet hangt af van welk middel het beste resultaat oplevert, maar ook van de belangen van degene die overlast ondervindt en de belangen van de partijen die (mede)verantwoordelijk zijn voor de aanpak:
- Bestuursrecht; herstel van een illegale situatie na overtreding van een wettelijk voorschrift, wegnemen van de gevolgen van een overtreding en het voorkomen van herhaling. In sommige gevallen bestraffen. De ene keer is het college van B&W het bevoegd gezag, de andere keer de burgemeester;
- Strafrecht; bestraffen, het voorkomen van herhaling. Hierin neemt het Openbaar Ministerie de vervolgingsbeslissing;
- Privaatrecht (van belang zijn met name het huurrecht, het appartementsrecht en het burenrecht). Buren kunnen elkaar via de civiele rechter aanspreken. Op basis van het huurrecht kan ook de verhuurder huurders aanspreken. De gemeente kan daarbij buurtverenigingen die civielrechtelijke stappen zetten ondersteunen met financiële middelen of kennis, of ze kan wellicht zelf actie ondernemen.
De rubriek Interventies op deze website en de tool Beoordeel een casus kunnen helpen bij de keuze voor de beste interventie.
Welke maatregelen: complexe gevallen
Soms is door bijvoorbeeld een stapeling van overlastvormen de situatie zo complex, dat er sprake is van verschillende feiten waarop verschillende (juridische) middelen kunnen worden ingezet. Houd dan een casusoverleg met de betrokken instanties om te bepalen wat de meest effectieve aanpak is en wat de wettelijke grondslagen voor optreden zijn.
De rubriek Interventies op deze website en de tool Beoordeel een casus kunnen hierbij helpen.
Acute klacht
Neem bij een acute melding onmiddellijk poolshoogte. Van een acute klacht is bijvoorbeeld sprake bij een pand dat op instorten staat, bij een brandgevaarlijke wietplantage, gewelddadig gedrag of drugshandel.
Zorg dat u snel over een machtiging kan beschikken, door goede werkafspraken te maken. En neem maatregelen, zoals een spoedsluiting op grond van de wetten Victoria, Damocles of art. 17 Woningwet.